De koersdaling van donderdag beschadigde het technische beeld van de S&P500 flink. Dat was al eerder met Europese indexen als de DAX gebeurd. De S&P500 dook net onder het 50-daags gemiddelde na een ongebruikelijk lange tijd erboven te zijn geweest.
De horizontale steunlijn van ongeveer 1300 hield het niet (Tostrams is iets optimistsicher, die vindt dat de moed niet opgegeven moet worden zo lang de S&P boven 1295 blijft).
Vrijdag sloot de S&P weer hoger, ondanks karrevrachten slecht nieuws over Japan en Libië (maar goed nieuws over de retail sales, de ongelooflijk lage opkomst bij de Day of Rage in Saoedi-Arabië, de twitterberichtjes van van Rompuy dat het hardstikke goed gaat met het Europees verdrag voor de zondaars in de Europeriferie).
Strategas onderbouwde het verslechterde technische beeld met een vergelijking van de buersomzetten op goede en slechte dagen. Sinds de beurzen omhoogspoten na de sinterklaasboodschap van Bernanke van $600 miljard eind augustus was de beursomzet op goede dagen hoger dan op lagere dagen.
Echter, sinds de olieprijzen zo hoog zijn geworden dat ze de beurs omlaagsleuren, sinds half februari zie je het omgekeerde: de beursomzetten zijn nu hoger op de slechte dagen dan de goede.
N.B. in mijn cyclusvisie betkent dat als de slag om 1300 verloren is, dat vermoedelijk half februari het punt F in de vierjaarscyclus gezet zou zijn. Dan hoeft er nog steeds geen correctie te komen, bij deze fase horen geen dalingen van meer dan 5% (tenzij er iets ergs gebeurt voor de beurs)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten