23 januari 2011

De laatste tien jaar daar draait het om bij de pensioenopbouw

In de New York Times (Your Money: With Retirement Savings, It’s a Sprint to the Finish) haalt een verrassend populaire column een heel belangrijk probleem van stal: De laatste tien jaar van de veertigjarige pensioenopbouw bepalen voor de helft hoe veel pensioen er wordt opgebouwd. Als in die jaren het rendement prut is, dan ben je de klos. Om dat te voorkom,en moet je de laatste jaren voorzichtig beleggen en daardoor is het rendement gemiddeld in die laatste tien jaar lager dan in die veel minder belangrijke 30 jaar die voorafingen, waarin veel meer risico genomen kan worden.
Ons Nederlands defined benefitsysteem lost via de solidariteit voor een heel groot deel dat probleem op (in de commentaren op het artikel in de NYT verzuchtte men vaak: O, hadden we nog maar een defined benefit systeem, een pensioen in plaats van riskante toezeggingen). Door uit te gaan van een steeds nieuwe instroom van nieuwe deelnemers kan voor de gepensioneerden, bijna gepensioneerden meer risico genomen worden, waardoor het gemiddeld rendement op lange termijn beter is. De laatste tien jaar pakte dat verkeerd uit, maar voor de komende jaren lijkt die aanpak opnieuw te kunnen lukken. De pensioenfondsen zullen wel minder risico moeten nemen dan men de afgelopen twintig jaar nam, omdat men veel meer in de uitkeringsfase komt. Maar men moet niet te ver doorslaan en te weinig risico nemen. Men doet er verstandig aan het renterisico voor een flink deel af te dekken en in een goed gespreide portefeuille met niet alleen aandelen, maar ook met veel credits, onroerend goed en converteerbare obligaties etc te beleggen. Men zal niet in te simpele portefeuilles moeten beleggen.

Die ongeveer 50% obouw van je pensioenvermogen in de laatste tien jaar is betrekkelijk standaard, onder de meeste veronderstellingen over het rendement. Maar de veronderstellingen welk rendement men op lange termijn gaat behalen in een pensioenfonds flucturen wild. Daardoor kan een pensioenfonds niet langer met grote stelligheid zeggen dat een bepaald pensioenn zoals 1,75% per deelnemingsjaar opgebouwd wordt, de uitlatingen over indexatie voor inflatie zijn nog onzekerder (maar nog steeds goed haalbar als we, zoals we denken, wereldwijd in een voorspoedfase van de Kondratieffgolf zitten).
Er zitten nog allerlei problemen in het defined benefitstelsel die opgelost moeten worden om dit mooie stelsel overeind te kunnen houden. Er moeten grenzen gesteld worden aan de solidariteit, men kan niet de gehele rekening bij de jongeren leggen. Als men heel zeker wil zijn van je nominale pensioen, dan zul je extra premie moeten betalen. Als je meer kans op indexatie wil hebben ook of men moet meer risico nemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten