27 december 2010

Zitten we in de voorspoedfase of de winter van de Kondratieffgolf?

Indeling van de Kondratieffgolven naar fase is sinds Keynes vaak controversieel geworden. Er zijn geen handige criteria waarmee je klip en klaar kunt bewijzen in welke fase je zit.
Kondratieff gebruikte inflatie, maar omdat Keynes voor permanente inflatie zorgde, ook in slechte tijden, ging dat sinds Keynes fout.

Rostow zocht het in het relatief duur worden van grondstoffen in goede tijden en goedkoop worden in slechte tijden. Dat ging fout in de gouden jaren na de Tweede Wereldoorlog toen grondstoffen relatie goedkoper werden tot aan de eerste oliecrisis, waarna grondstoffen duur werden terwijl de groei verslechterde.

Economische groei is ook geen goede graadmeter. Dan vind je dat de Tweede Wereldoorlog met zijn enorme oorlogproductie de beste groei aller tijden produceerde: dat was toch echt geen voorspoedperiode. De werkoosheid was negatief in de VS (ook mensen werkten die eigenlijk niet wilden of nauwelijks konden werken).

Kortom, het is een hele toer om met cijfers van iets de Kondratieffgolf te laten zien.
Volgens ons kun je dit verreweg het beste met de reële koersen van de S&P500. Dat levert de kaart die boven aan dit blog staat. Hier krijg je door de bril van het bedrijfsleven wat de goede en slechte tijden zijn.
Dat komt niet helemaal overeen met wat goede tijden voor werkende mensen zijn. Van Duijn komt daarom tot een iets andere indeling van wat goede en slechte tijden zijn. De goede tijden zijn de tijden waar de economische groei boven gemiddeld is en de slechte die beneden gemiddeld zijn. Op onze kaart betekent dit dat het herstelscenario en grote delen van het chaotisch transformatiescenario goede tijden voor het bedrijfsleven/ beurs zijn, maar niet voor de werknemer. Het omgekeerde gebeurt in het recessiescenario waar de tijden voor de werknemer goed zijn, maar het bedrijfsleven terug moet qua winstmarge (loonstijging hoger dan productiviteitsstijging).

De meeste onderzoekers van de Kondratieffgolf vinden dat we in de winterfase van de kondratieffgolf zitten. Vooral degenen die Kondratieffgolven verklaren via schuldcrisissen, zoals bijvoorbeeld de marxisten doen, komen steevast tot de conclusie dat we sinds 2000 in de Kondratieffwinter zitten: er zijn enorme schuldproblemen in het Westen en die zijn de komende vijf jaar niet opgelost, dat kost eerder tien jaar van barre, winterse tijden.

Wij en van Duijn bijvoorbeeld vinden dat we in goede tijden leven, de groei in de wereld is heel ver boven gemiddeld, de winstmarges zijn hoog en stijgend.
Wij vinden inclusief van Duijn dat je wereldwijd naar de groei moet kijken en niet alleen naar die van de VS en Griekenland. Dan zie je dat enorme groei in de grote opkomende landen gepaard gaat met redelijk tot goede groei in de VS en enige groei in Europa, met een ruwe verstoring door de kredietcrisis. De economische groei in de wereld is slechts weinig jaren boven vier procent geweest. Dat gebeurde in het vorig voorspoedscenario van 1949-1965 in de nodige jaren en daarna kwamen er pas vanaf 2003 veel jaren met een groei boven 4%: 2004/7, 2010 en naar verwacht volgens IMF ook 2011/2014 (het IMF is niet onder de indruk van de eurocrisis). In 2010 was de groei bijna 5%.

Dus als je door de bril van de doorsnee wereldburger kijkt, zitten we in een periode van ongekend hoge economische groei. Als je echter in de eurperiferie woont, dan denk je hier uiteraard anders over. Ook werknemers hebben het nog niet goed (maar individuen wel). In de VS en de kernlanden van Europa is men nu nog somber, maar dat zal snel veranderen als het IMF en wij gelijk krijgen dat de economische groei hoog blijft. Als je naar criteria als economische groei wereldwijd en stijging van de beurzen door hoge winstmarges kijkt, zit de wereld vrijwel zonder twijfel in een voorspoedscenario.

Ook begin jaren vijftig in de vorige eeuw, het vorige tot dan toe prachtigste voorspoedscenario van de Kondratieffgolven, was men heel somber: het herstel van de oorlogsschade was achter de rug en dus zou de groei in de wereld flink terugzakken en zouden we een nieuwe depressie à la de jaren dertig krijgen. Overheden hadden veel te veel schuld (de VS heel wat meer dan nu). De Sovjet Unie had de kernbom ontwikkeld en overal werden schuilplaatsen gebouwd want de Russen zouden toch zeker met die dingen gaan gooien en dan kreeg je iets dat erger was dan een depressie.
De koploper van de eerste Kondratieffgolven, het VK, raakte achterop, maar dat werd onbelangrijk gevonden omdat de VS en het Europese continent veel belangrijker werden geacht. Over enkele decennia kan men zich vermoedelijk niet voorstellen waarom we de groei van de dan belangrijkste landen in de wereld China en India, de nieuwe koplopers van de Kondratieffgolf (in plaats van het VK, de VS en Japan in vorige golven), als zo onbelangrijk vonden vergeleken met de VS en delen van Europa.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten